Bedrijfsmaatschappelijk werk
Kortdurende (gemiddeld 6-8 gesprekken) begeleiding van medewerkers met arbeid gerelateerde psychosociale problematiek is het centrale domein van de bedrijfsmaatschappelijk werker en de essentiële bijdrage van deze functie aan de organisatie.
Arbeid gerelateerd zijn die problemen, die direct of indirect uit de werksituatie voortvloeien, en problemen die samenhangen met de privésituatie maar van invloed zijn op het functioneren als medewerker.
De begeleiding is gericht op de medewerker in de organisatie. De bedrijfsmaatschappelijk werker streeft in de begeleiding naar een evenwicht tussen de belangen van de organisatie en de medewerker.
De bedrijfsmaatschappelijk werker bemiddelt bij communicatieproblemen op afdelingen, tussen medewerkers en leidinggevenden en in situaties waar bedrijfsbelangen op gespannen voet staan met belangen van een individuele medewerker. De bedrijfsmaatschappelijk werker maakt communicatie mogelijk en helpt partijen zoeken naar praktische en werkbare oplossingen.
Voorbeelden arbeid gerelateerde problematiek
- Verstoorde arbeidsverhoudingen, conflicten, spanningen in de relatie met collega(’s), leidinggevende(n) of ondergeschikte(n);
- Gebrek aan motivatie, of het ervaren van over- en onderbelasting in het werk;
- Herstel tijdens of/en na overspannenheid of burn-out;
- Onzekerheid over het voortbestaan van het werk, de functie of het bedrijf;
- Verminderd functioneren, disfunctioneren;
- Aanpassingsproblemen na organisatieverandering , overplaatsing of functieverandering;
- Ingrijpende gebeurtenissen in de werksituatie, agressie en geweldervaringen;
- Traumabegeleiding;
- Re-integratie na (langdurig) arbeidsverzuim
- Het voorkomen van verzuim;
- Arbeid en rouw: verlies van functie of werk, verlies van inkomen of status;
- Vragen inzake loopbaanontwikkeling in samenhang met persoonlijke kenmerken;
- Persoonlijke problematiek (bijvoorbeeld schulden, echtscheiding, rouw) voor zover zij de werksituatie beïnvloeden en kortdurend te behandelen zijn.
Vertrouwenspersoon
Een vertrouwenspersoon is er voor medewerkers die meldingen of klachten hebben over ongewenste omgangsvormen of het melden van het vermoeden van een misstand. Een vertrouwenspersoon heeft een toegevoegde waarde bij opvang en begeleiding. De werkzaamheden van een vertrouwenspersoon bestaan uit: advies en begeleiding bij een klachttraject, advies en begeleiding bij een melding van het vermoeden van een ernstig misstand, het beantwoorden van inhoudelijke vragen, bemiddeling bij klachten en communicatieproblemen. De vertrouwenspersoon zal gevraagd en ongevraagd het management adviseren over ongewenste omgangsvormen en/of integriteitskwesties.
Voorbeelden ongewenste omgangsvormen
- Ongewenst gedrag: agressie en geweld, discriminatie, pesten, (seksuele) intimidatie;
- Misstanden: corruptie, misbruik van bevoegdheden, diefstal, fraude, verduistering, belangenverstrengeling, schending van wettelijke voorschriften of beleidsregels, gevaar voor gezondheid.